Pagina 5 - Een klas in vuur en vlam

9
Renze geeft het op. De bel gaat, ze gaan in de rij staan. Vincent komt
naast hem staan. Renze vindt het tot nu toe prima dat Vincent niet
bij hem in het busje zit. Er rijden wel vier busjes vanuit Oosterbeek,
heeft hij begrepen.
Meester Graafland kijkt de rij langs. Zijn gezicht staat vrolijk. Renze
mag hem wel, in deze paar weken heeft hij al ontdekt dat de mees-
ter streng, maar betrouwbaar is. Hij is wel twee meter lang en heeft
vroeger in de haven van Rotterdam gewerkt. Hij heeft een enorme
bos zwart haar en zijn ogen staan zo vriendelijk dat je zou willen
dat hij je vader was.
Komt u maar,’ zegt de meester.
De klas volgt hem naar binnen. Renze hangt zijn jas op de hoek
van de kapstok, loopt naar zijn plek en gaat zitten. Hetty stuitert op
haar stoel en zwaait met haar vinger.
Meester, die Lucas hè, waar is hij eigenlijk? Komt hij vandaag niet
in de klas? Hij ziet er echt vreemd uit.’ Ze schudt haar hoofd, alsof
ze zelf nog moet wennen aan haar kortgeknipte haar.
Alle vijftien kinderen van groep 7 zitten nu op hun stoel. Renze kijkt
om zich heen. Er ontbreekt niemand. Zelfs Floor is er weer, hoewel
zijn oma gisteren begraven is. Meester Graafland kijkt de klas aan.
Dat klopt,’ zegt hij, terwijl hij op de hoek van zijn bureau gaat zit-
ten. Even staart hij voor zich uit. Dan zegt hij: ‘Lucas ziet er...
heel
raar uit.’
Hetty en nog een paar meisjes proesten het uit. Renze trekt zijn
wenkbrauwen op. Waarom doet de meester zo? Hij steekt zijn vin-
ger op.
U geeft hem niet eens een kans.’ Verontwaardigd kijkt hij de mees-
ter aan. Is dit nou een speciale school of niet?
Ja,’ roept Jakko, ‘of iemand raar is of niet, dat is heel subjectief.’
Renze kijkt even naar Jakko, een magere jongen met ontelbaar veel
sproeten. Jakko weet van iedereen het adres uit zijn hoofd, met
postcode en al. De tweede schooldag kwamhij al aan Renze vragen